Gebruikte formules neonaten
Adrenaline (1:10.000 = 0,1 mg/ml):
0.01 - 0.03 mg/kg = 0.1 - 0.3 ml/kg
Vulling met NaCl 0,9%: 10 ml/kg
Tubemaat 1000-2000 g: tube 3.0
Tubemaat 2000-3000 g: tube 3.5
Tubemaat > 3000 g: tube 3.5-4.0
Glucose bolus: 2.5 ml/kg glucose 10%
Naloxon: 0.01-0.1 mg/kg
Adrenaline endotracheaal (1:10.000):
0.05 - 0.1 mg/kg = 0.5 - 1.0 ml/kg
Natriumbicarbonaat (4.2%): 1-2 mmol/kg =
2 - 4 ml/kg
Gebruikte formules kinderen
Gewicht: (1-10 jaar): (2,5*leeftijd) + 8
Gewicht: (< 1 jaar): (0,5*leeftijd in maanden) + 4
Adrenaline (1:10.000 = 0,1 mg/ml):
0.01 mg/kg = 0.1 ml/kg
Vulling met NaCl 0,9%: 20 ml/kg
Glucose 10%: 2 ml/kg
Natriumbicarbonaat: 1-2 mmol/kg = 1-2 ml/kg (8.4%)
Defibrilatie: 4 J/kg
Tubemaat: (leeftijd/4)+4
Tubemaat 2 kg: tube 3.0-3.5
Tubemaat 2-3 kg: tube 3.5
Tubemaat 3 kg - tot de leeftijd van 1 jaar:
tube 3.5-4.0
Tube-diepte vanaf 1 jaar:
Tube-diepte oraal: (leeftijd/2) + 12
Tube-diepte nasaal: (leeftijd/2) + 15
Doseringen volwassenen:
Adrenaline: 1 mg
Vulling: 500-1000 ml
Natriumbicarbonaat: 100 mmol = 100 ml (8.4%)
Defibrilatie: 150-200 J of 360 J monofasisch
Tube: maat 8
Bronnen:
Kinderformularium.nl
NVK.nl
Reanimatieraad.nl
Advanced paediatric life support, Nigel M. Turner, Piet L. Leroy, 3de druk, 2011.
| |